Gaat Shell ons aan de duurzame energie helpen? Stort de energietransitie in Nederland in als Eneco in handen komt van durfkapitalisten? En gaan we echt kantelen als pensioenfondsen ABP en Zorg&Welzijn al hun pensioengeld gaan investeren in een duurzame wereld? Het zijn maar zo eens wat actuele vragen die voortkomen vanuit de algemene vraag wat de rol is van het gevestigde grootbedrijf in duurzaamheidstransities. Populair geframed: zijn ze onderdeel van het probleem of van de oplossing? Afgelopen zeven jaar deed ik onderzoek naar deze vraag en binnenkort komt mijn proefschrift uit wat volledig is gewijd aan deze vraag. Graag neem ik u mee in de relevantie en de potentie van deze vraag.
Oorlogstaal en revolutie
Het debat over de rol van het gevestigde grootbedrijf is enorm gepolariseerd. Aan de ene kant zijn er mensen die beweren dat het grootbedrijf zich vooral heeft ingegraven en haar macht benut om achter de schermen elke verandering tegen te houden. Ze zien grote bedrijven als niet in staat om substantieel te veranderen, als spelers die vooral kunnen verliezen in transities en misschien nog wel belangrijker als vastzittend in hun eigen tunnelvisie. Van de andere kant hoor je even sterke meningen. Start-ups slaan weinig meer dan een deuk in een pakje boter, echte verandering op schaal komt juist van de grote spelers. Bovendien is het achterhaald dat het grootbedrijf alleen naar de overheid zou wijzen en duurzaamheid als duur ziet: ze zien juist kansen en doen mee in de nieuwe economie. Tenslotte hoor je regelmatig “bedreigingen” dat het licht letterlijk zal uitgaan en we allemaal op een houtje bijten als we onze economische kernspelers niet koesteren.
Van IBM naar Eneco
Ook wetenschappelijk zijn we er nog niet uit. Er is veel onderzoek gedaan naar de rol van grote bedrijven. Oorspronkelijk richtte dit zich vooral op technologische omwentelingen. Zo is een zeer bekende case hoe IBM van de mainframe naar de PC als platform overstapte. IBM was hierin zoals bekend uiteindelijk succesvol en is inmiddels al weer verder naar een nieuw platform. Andere bekende voorbeelden van succesvolle transformaties zijn DSM en Nokia. Die laatste miste overigens in de volgende economische transitie wel de boot. Er is ook veel bewijs dat radicale verandering erg moeilijk en potentieel fataal is voor gevestigde spelers. Je zou kunnen zeggen dat duurzaamheidstransities nog een overtreffende trap zijn qua complexiteit, omdat het speelveld nog een stuk breder is dan markt- of technologische transities. Transitie onderzoekers hebben zich vooral op deze complexere transities gericht en waren oorspronkelijk behoorlijk negatief over de rol van grote bedrijven. Recent valt er echter binnen deze literatuur ook een ander geluid te horen: de rol van het gevestigde grootbedrijf zou op zijn minst completer in beeld moeten komen en is misschien wel toe aan een herwaardering.
Wat als we dit nu eens wat beter snappen?
In mijn proefschrift lever ik een bijdrage met name door te helpen om beter onderscheid te maken tussen deze bedrijven en wat zij bijdragen. Ik laat zien dat de beelden die aan beide kanten van het debat worden aangezet beide hun oorsprong hebben in de realiteit. Een belangrijke vraag is dan of we zouden kunnen onderscheiden wanneer of welk bedrijf op het proactieve en welk bedrijf op het reactieve pad zit. Dat maakt het nog niet meteen simpel, want beide categorieën bedrijven hebben over het algemeen uitstekende PR afdelingen. Beter onderscheiden van deze verschillende type strategieën van gevestigde bedrijven is echter wel erg relevant. Want wellicht kunnen we dan de miljarden subsidie slimmer besteden en kunnen Ngo’s hun kritische en constructieve rol slimmer invullen.
Aan de andere kant probeer ik ook een inspirerend kader te bieden voor CEO’s die zich geconfronteerd zien met transities. Ik laat zien dat het mogelijk is om een proactieve en onderscheidende strategie te kiezen, met name op basis van het voorbeeld van de strategie die Eneco sinds 2006 volgt. We kunnen daarbij leren van de tactieken die Eneco toepast om haar proactieve rol in te vullen. En door het vergelijken van deze strategie met concurrenten in de energiesector wordt duidelijk dat proactieve strategieën veel voordelen hebben. Zo laat ik onder andere zien waarom een reactieve mindset een belangrijke oorzaak is van miljarden afschrijvingen op fossiele centrales. En andersom dat Eneco van de achterhoede naar de kopgroep in de sector is gegaan met een proactieve strategie. Ook laat ik zien dat duurzame innovaties van proactieve spelers duurzamer zijn in de zin dat ze een langer leven zijn beschoren. Mocht dit uw interesse hebben gewekt zijn vanaf december nog een stuk meer inzichten en voorbeelden te lezen in mijn proefschrift.
Van harte uitgenodigd
Als u meer wil horen dan bent u ook van harte uitgenodigd voor de verdediging van mijn proefschrift op 1 december om 13:30. Voorafgaand, van 10:00 tot 12:00, organiseert Next2Company samen met de Rotterdam School of Management een seminar over dit onderwerp met belangrijke spelers uit de energietransitie. Wilt u komen: laat het dan even weten, dan stuur ik u t.z.t. een meer gedetailleerde uitnodiging. Ook kunt u het aangeven als u na 1 december het proefschrift zou willen ontvangen of nog eens over deze vraag en het toepassen van de lessen uit mijn onderzoek wilt doorpraten.
Gerbert Hengelaar