Dat er een grote opgave ligt in de verduurzaming van woningen wordt door niemand betwist. Ook over het eindbeeld van energieneutrale woningen en wijken lopen de meningen niet ver uit elkaar. Hoe daar met elkaar te komen is een ander verhaal. Er bestaan verschillende opvattingen met betrekking tot techniek, financiering, fasering en verdeling van verantwoordelijkheden en risico’s. Om deze kluwen te ontwarren wordt data belangrijk.
De particuliere huiseigenaar raakt uit beeld
Alle gemeenten hebben een transitievisie warmte gemaakt waarin ze aangeven in welke buurt, wijk of dorp voor 2030 wordt gestart met een aardgasvrije aanpak en welk alternatief de voorkeur heeft. In de wijkuitvoeringsplannen ligt de aandacht vooral op de collectieve verduurzaming. Dat is begrijpelijk. De energietransitie van wijken is een ingewikkeld vraagstuk, en starten met grote uniforme blokken maakt de opgave eenvoudiger. In de transitievisies en de wijkuitvoeringsplannen zoeken de gemeentes vooral de samenwerking met woningcorporaties en warmteleveranciers op. De particuliere woningeigenaar blijft in deze dynamiek veelal achter, ze zijn min of meer op zichzelf aangewezen.
Stap voor stap naar een duurzame woning
Het verduurzamen van particuliere woningen is een meerjarig traject waarin door één of meerdere eigenaren energiebesparingsmaatregelen worden doorgevoerd. Particuliere huiseigenaren staan daarbij vaak voor een dilemma. Wat gaat er in de wijk gebeuren? Kunnen zij meedoen met de collectieve voorzieningen, of zijn ze aangewezen op individuele oplossingen? Wie garandeert hun dat investeringen in de woning worden terugverdiend? Het is ook zeer de vraag of een eigenaar 30 jaar in dezelfde woning blijft, om zo ten volle van het rendement te kunnen profiteren. Met de aarzeling tot investeren wordt de opgave naar de toekomst doorgeschoven en daarmee naar een volgende eigenaar. De verduurzamingsopgave van het huis wordt er niet minder om. Uiteindelijk moet de verduurzamingsslag toch worden gemaakt. Investeringen zijn dan niet meer uit te stellen.
Zicht en grip houden op de verduurzaming
In de energietransitie heeft de woning een dubbele betekenis. Het is het object van verduurzaming én tegelijkertijd is het ook de basis van de financiering van verduurzaming. De woning is feitelijk een ‘condensatiepunt’ van overwegingen, maatregelen en financiën.
Om op het verduurzamingstraject van een woning zicht én grip te houden, zijn data van het object belangrijk. Er is al veel data beschikbaar, zoals energielabels en digitale energieadviezen. Wat ontbreekt is de integratie van deze data én de verbinding daarvan met het eindbeeld van de duurzame woning. Een dergelijk instrument is op dit moment niet voorhanden.
Ons inziens moet zo’n instrument worden ontwikkeld, op een wijze die:
- geldige data over de verduurzaming van het object bij elkaar brengt, in samenhang vastlegt en onderhoudt
- huiseigenaren in staat stelt verstandige verduurzamingsbeslissingen te nemen en goede energiemaatregelen te treffen
- latere kopers van de woning zekerheid geeft over de kwaliteit van getroffen maatregelen en de verplichtingen en garanties die daaraan verbonden zijn
- nieuwe eigenaren ondersteunt met de resterende stappen op weg naar het eindbeeld van de energie-neutrale woning
- meer zekerheid biedt aan de eigenaar en aan de geldverstrekker over de waarde van het object
Een dergelijk ‘Energiedossier’ is niet alleen waardevol voor huiseigenaren. Voor geldverstrekkers (hypotheekbedrijven en tussenpersonen) creëert het meer zekerheid voor wat betreft de financierbaarheid van verduurzaming. Voor gemeentes kan een dergelijke aanpak een manier zijn om huisbezitters te betrekken bij de wijkuitvoeringsplannen en ze vroegtijdig te laten nadenken hoe aan te sluiten bij wijkverduurzaming.
Met een aantal publieke en private partners hebben wij er onze tanden ingezet. Meer weten? Neem gerust contact met ons op.